Het is een vreemde tijd voor studentenmedezeggenschap. Studentenparticipatie neemt af en we zien steeds minder partijen in de faculteitsraden. Universiteitsbeleid wordt van bovenaf afgedwongen en veel studenten voelen zich machteloos. Toch blijft er discussie over de vraag of vertegenwoordigers van de studentenvakbond wel aanwezig moeten zijn in faculteitsraden. Vakbonden worden vaak afgedaan als overbodig in debat op faculteitsniveau. Deze kijk gaat echter voorbij aan de structurele overeenkomsten tussen studentenvakbonden en reguliere vakbonden, zoals de AOb of FNV; voor het gemak genoemd: arbeidsvakbonden. Deze bonden zijn vaak ook vertegenwoordigd in faculteitsraden en spelen zelf een cruciale rol in het bepalen, vormgeven en handhaven van rechten van arbeiders. Net als arbeidsvakbonden, bieden studentenvakbonden een georganiseerd, collectief platform voor leden om invloed uit te oefenen op beslissingen die direct van invloed zijn op hun omgeving. Ze kunnen een sleutelrol spelen bij het voorkomen van impasses. Hier zijn 5 redenen waarom vakbondsvertegenwoordiging medezeggenschap versterkt, parallel aan de vertegenwoordiging van arbeidsvakbonden.
1. Belangenbehartiging en verantwoording
Bestuurders hebben institutionele macht, terwijl individuele studenten vaak geen invloed kunnen uitoefenen op impopulair beleid. Studentenvakbonden bieden een formele democratische structuur die ervoor zorgt dat haar vertegenwoordigers verantwoording afleggen aan alle leden. Studentenvakbonden organiseren zich met collectieve kracht op meerdere faculteiten of zelfs meerdere instellingen, en creëren zo tegenwicht aan besluitvorming van bovenaf. Dit is vergelijkbaar met hoe arbeidsvakbonden onderhandelen over arbeidsovereenkomsten door het samenbrengen en organiseren van werknemers van allerlei afdelingen of sectoren. Hierdoor hebben ze meer invloed op collectieve onderhandelingen. Vertegenwoordigers van studentenvakbonden kunnen vergelijkbare invloed uitoefenen door aanwezig te zijn in de faculteitsraad. Op facultair niveau zijn ze in staat om de verbinding met instellingsbrede of landelijke trends te herkennen en bovenal zijn ze in staat om te pleiten of escaleren op institutioneel, lokaal en zelfs landelijk niveau.
2. Training en ondersteuning
Studentenvakbonden trainen studenten in governance, onderhandeling en beleidsontwikkeling. De GSb biedt bijvoorbeeld de tools en kennis aan haar leden om tijdens vergaderingen de zorgen van studenten goed te verwoorden. Dit weerspiegelt de rol van arbeidsvakbonden bij het in staat stellen van werknemers om de dialoog aan te gaan met het management. Na verloop van tijd ontstaat zo een collectief van getrainde en geïnformeerde pleitbezorgers die grip hebben op institutionele systemen, waardoor de daadkracht van toekomstige vertegenwoordigers wordt versterkt.
3. Consistentie en kennis
Studentenvakbonden zorgen voor continuïteit tussen fracties en door academische jaren heen. Ze behouden en delen institutionele en politieke kennis en zorgen voor continuïteit, zodat leidinggevenden op lange termijn verantwoordelijk kunnen worden gehouden. Maar ze kunnen ook bredere kwesties agenderen die op meerdere faculteiten spelen. Arbeidsvakbonden blinken hierin uit: ze laten inspraak op bedrijfsreorganisaties niet vallen na leiderschapswisselingen en delen kennis met andere afdelingen. Studentenvakbonden zorgen ervoor dat de langetermijnbelangen van studenten jaarlijkse raadscycli overstijgen en ze zijn daarnaast in staat meerjarige initiatieven te doorlopen, zoals diplomahervormingen of wijzigingen aan het curriculum.
4. Holistisch perspectief
Studentenvakbonden pleiten ook voor brede kwesties die individuele faculteiten overstijgen. Neem bijvoorbeeld het geval van de hervormingen aan de Letterenfaculteit, waar het faculteitsbestuur maatregelen doordrukt als een zelfgenoegzame reactie op de aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs. Bovendien bewijzen studenten die een platform vormen rond bredere thema’s, zoals in de aanloop naar de Fluwelen Revolutie, hoe georganiseerde studentenbewegingen systeemveranderingen teweeg kunnen brengen. Dit kan van slechts aanpassingen aan het curriculum tot volledige democratische hervormingen zijn. Daarentegen geven faculteit-specifieke partijen meestal slechts prioriteit aan niche-afdelingskwesties en worden bredere studentenzaken of tendensen op institutioneel of zelfs landelijk niveau niet geagendeerd.
5. Symboolpolitiek tegengaan
Zonder vakbonden dreigt vertegenwoordiging symbolisch te worden. Een enkele studentenfractie kan simpelweg genegeerd of weggestemd worden; een door de vakbond ondersteund blok zorgt ervoor dat studenten niet alleen worden “geraadpleegd”, maar dat ze optreden als essentiële belanghebbenden. Studentenvakbonden zijn in staat om, naast de gekozen vakbondsvertegenwoordigers, leden en andere faculteitsfracties te organiseren. Arbeidsvakbonden strijden niet alleen voor een zetel in het bestuur van een bedrijf, ze vechten voor afdwingbare afspraken. Op dezelfde manier eisen studentenvakbonden bindende toezeggingen op en zijn ze in staat om schijninspraak om te zetten in werkelijke verandering.
Versterking van de democratie
Meerdere fracties versterken de democratie door het spectrum van politieke stemmen te verbreden. Samen zorgen ze ervoor dat besluitvorming en beleid worden gevormd op basis van brede en diverse inzichten. Inclusiviteit voorkomt niet alleen machtsconcentratie, zoals in een eenpartijstelsel, maar zet partijen aan tot onderhandeling en samenwerking. Hierdoor komt er evenwichtiger en innovatiever beleid tot stand. Uiteindelijk verbetert dit dynamisch pluralisme de studentenparticipatie en wordt het democratisch proces versterkt door transparantie en betrokken bestuur.
Conclusie
De daadkracht van studenteninspraak holt achteruit en dat vraagt om een dringende heroverweging aan de invulling van studentenmedezeggenschap op hogescholen en universiteiten. De capaciteit van studentenvakbonden om de daadkracht van studenteninspraak te vergroten wordt compleet over het hoofd gezien wanneer zij als overbodig worden afgedaan. Zij bezitten immers een vergelijkbare organisatie en daadkracht die arbeidsvakbonden genieten.
Net als hoe arbeidsvakbonden de democratie op de werkvloer hebben vormgegeven, kunnen studentenvakbonden de machtsdynamiek in de academische wereld opnieuw in evenwicht brengen. Door ervoor te zorgen dat beslissingen op collectieve behoeften gebaseerd zijn, in plaats van op van bovenaf opgelegde mandaten. Vakbondsvertegenwoordiging in faculteitsraden is niet alleen praktisch, maar ook democratisch. Een pluralistisch bestuursmodel met vertegenwoordiging van vakbondsleden zorgt voor bestuurlijke transparantie, evenwichtig beleid en betrokkenheid van studenten. Om studentenmedezeggenschap te versterken, moeten studentenvakbonden niet worden benaderd als buitenstaanders, maar als essentiële bondgenoten in het tot stand brengen van systemische verandering. Studentenvakbonden versterken de democratie, opdat ze studenten in staat stellen om hun rechtmatige plek aan tafel terug te winnen.