18 oktober 2022 – Studentenpromovendi worden systematisch achtergesteld op de RUG. Ze krijgen al niet dezelfde voordelen als hun collega’s met een werknemersstatus, maar nu is de maat vol. Hun beurzen zijn dit jaar niet zoals gewoonlijk met de inflatie mee gestegen (9,6%), maar gelijkgetrokken met de stijging van de, al hogere, werknemerslonen (4%). “Het is absurd dat de RUG hun beurspromovendi alleen maar gelijk wil trekken met PhD-werknemers wanneer dit kosten bespaart”, zegt voorzitter van de Groninger Studentenbond Annemarie Herbschleb. De RUG gaat deze beslissing op 27 oktober heroverwegen, waarbij de GSb oproept om beurspromovendi eerlijk te compenseren voor hun harde werk.
Beurspromovendi op de Rijksuniversiteit Groningen zijn sinds het begin van het experiment met beurspromovendi met een studentenstatus in 2019 al achtergesteld op hun collega’s met een werknemersstatus. De PhD-studenten ontvangen namelijk geen enkele van de voordelen die werknemers wel in hun contracten hebben (denk aan vakantiegeld, pensioenopbouw, in principe al hogere maandbedragen, etc.). Verder vallen deze studenten buiten de cao voor de werknemerspromovendi en lopen ze daardoor de jaarlijkse afgesproken verhoging van tussen de 3%-4% mis. In plaats hiervan steeg hun beurs altijd mee met de inflatie, een schrale troost maar toch iets waar ze altijd op rekenden. Dit was ook wat ze hadden verwacht dit jaar (vooral nu de inflatie zo enorm hoog is), maar in plaats van de 9,6% inflatiestijging werden hun lonen dit jaar gelijkgetrokken met de werknemers op 4% verhoging, zonder dat dit vooraf was aangekondigd. De studenten moesten dit teruglezen in een nieuwsbrief van de PhD Scholarship Desk nadat hun beurs al was overgemaakt, wat als absurd en nalatig is ervaren.
De beurspromovendi zijn razend en de Groninger Studentenbond begrijpt dat volkomen. “Het is absurd dat de RUG hun beurspromovendi alleen maar gelijk wil trekken met werknemerspromovendi wanneer dit kosten bespaart”, zegt GSb-voorzitter Annemarie Herbschleb, “dit is een laatste klap in het gezicht van een groep die hun collega’s met een werknemersstatus, die trouwens hetzelfde werk uitvoeren, meer zien verdienen en meer voordelen zien hebben alleen omdat ze die specifieke status hebben. Beurspromovendi worden gewoon systematisch achtergesteld!” Een voorbeeld dat de GSb ter ore is gekomen is dat er honderden euro’s verschil zitten tussen de maandelijkse compensatie van beurspromovendi en werknemerspromovendi die exact hetzelfde werk uitvoeren. “Deze mensen moeten ook gewoon hun huur, hoge energiekosten en eten betalen, wat met de huidige inflatie al moeilijk genoeg is” zegt Herbschleb, “sommige van de beurspromovendi worden nu gedwongen een bijbaan te nemen naast hun full-time PhD-contract om überhaupt comfortabel rond te komen, terwijl ze veel werk verzetten dat uiteindelijk de RUG een goede naam geeft in het wetenschappelijk veld”. De RUG is de enige universiteit in Nederland die beurspromovendi nog in grote getalen onder contract heeft. Meerdere andere universiteiten die met dit format hebben geëxperimenteerd zijn al eerder gestopt omdat het niet werkte, of niet eerlijk genoeg was voor de studenten. De RUG is ook van plan dit experiment in 2024 stop te zetten.
De GSb weet dat het college van bestuur van de RUG op 27 oktober opnieuw een overweging gaat maken over de beslissing om de stijging van de compensatie van de beurspromovendi te minimaliseren tot 4% in plaats van de verwachtte 9,6%, “wij benadrukken hoe belangrijk het is dat deze heroverweging in lijn is met de inflatie, want dat is wel zo eerlijk” aldus Herbschleb. De UKrant heeft op 3 oktober 2022 in een artikel al aangegeven hoe legaal dubieus deze beslissing van de RUG is, aan de hand van een reactie van RUG-hoogleraar arbeidsrecht Saskia Peters. Zij gaf aan dat, ondanks dat de studenten geen officiële arbeidsovereenkomst hebben met de RUG, hun relatie tot elkaar toch zeker “trekken heeft van een arbeidsovereenkomst” en het verdedigbaar is om dit tot een arbeidsrelatie te rekenen, en dus toetsbaar te maken op het arbeidsrecht. Verder zegt Peters ook: “De universiteit trekt de vergelijking tussen beide groepen nota bene zelf door te schrijven: we doen hetzelfde als bij de werknemers.” Ze geeft hiermee dus aan dat de beurspromovendi eigenlijk in principe sowieso gelijk zouden kunnen worden getrokken in rechten en voordelen aangezien de RUG zelf ook aangeeft deze groepen als vergelijkbaar te zien. Omdat de contracten echter ander zijn kan de RUG dit gebrek in extra rechten dus compenseren door de beurs bijna compleet met de inflatie te laten meestijgen, zoals in vorige jaren ook is gedaan.
Kortom, de Groninger Studentenbond roept de RUG op om de juiste beslissing te maken bij de heroverweging op 27 oktober. “We drukken ze op het hart om beurspromovendi beter te behandelen zolang dit experiment nog duurt, vooral met het harde werk dat zij voor de wetenschap op de RUG verzetten” concludeert Herbschleb.