De relatie tussen docent en leerling is de laatste tijd meerdere malen onderwerp geweest van opvallende krantenkoppen. Wanneer emoties of gevoelens in een dergelijke verstandhouding ‘uit de bocht vliegen’ begeeft men zich namelijk al snel op glad ijs. Zo kopten respectievelijk het AD en de NRC vorig jaar onder andere: ‘Ontslag voor docent (28) die relatie met 15-jarige leerling zou hebben’ en ‘UvA-hoogleraar weg om grensoverschrijdend gedrag’.
Een ander breed uitgemeten voorval waar de emoties tussen een ‘docent’ en een leerling hoog opliepen deed zich begin dit jaar voor binnen de muren van het Kennemer College te Heemskerk. Op beelden die door medeleerlingen zijn gemaakt, is te zien hoe een onderwijsassistent achter een leerling aanbeent, die onderweg nog een kruk meegrist. Deze kruk gooit hij even later op de grond, waarna deze tegen de schenen van de onderwijsassistent stuitert. Na enige tijd is de onderwijsassistent het zat. Hij grijpt de leerling bij zijn nek en arm en sommeert hem dringend het klaslokaal te verlaten.
Na een klacht van de ouders van de jongen en het online plaatsen van het filmpje, besloot de schoolleiding de onderwijsassistent met betaald verlof te sturen. “De leerlingen hebben gewonnen”, concludeert de onderwijsassistent. Landelijke media pikten het verhaal snel op, waarna de man het middelpunt werd van een discussie omtrent het gedrag van scholieren tegen hun docenten. Een petitie waarmee men de onderwijsassistent een hart onder de riem wil steken is inmiddels meer dan 10.000 keer getekend en een geldinzamelingsactie heeft al meer dan €5.000,- opgebracht.
De hamvraag in deze hele discussie is natuurlijk hoe ver een docent kan gaan met dergelijke fysieke maatregelen. Waar de een pleit voor een ‘no-go zone’ betreft fysiek contact met leerlingen, pleit de ander voor een hardere aanpak van jeugdige onruststokers. Duidelijk is in ieder geval dat de jaren waarin een leerling zich, ná het vangen van de ‘pechvogel’, kon voorbereiden op een pak slaag, inmiddels ver achter ons liggen. Maar wat mag tegenwoordig nog wel? En waar ligt de grens?
Om hieromtrent enige duidelijkheid te geven en om scholen te helpen een goed veiligheidsprotocol op te stellen heeft het Lecso in 2017, samen met Stichting School & Veiligheid en het Nederlands Jeugdinstituut, een richtlijn opgesteld. Deze richtlijn bestaat uit bouwstenen die betrekking hebben op fysiek- en/of vrijheidsbeperkend handelen van docenten.
De bouwstenen hebben, zoals gezegd, als doel om scholen te helpen een actief en doeltreffend veiligheidsbeleid te laten voeren om leerlingen een veilige omgeving te kunnen bieden. Maar zijn het niet juist de docenten die in deze veranderende maatschappij in bescherming moeten worden genomen? Uit onderzoek van het Ministerie van Onderwijs blijkt namelijk dat steeds meer docenten aangeven zich onveiliger te voelen in de klas. Dit lijkt verband te houden met een slinkende mate van autoriteit en een gezagsverhouding die steeds schever lijkt te groeien. Je kunt je afvragen of deze problematiek is te vangen in een protocol.
Dit artikel is geschreven door Misha Mans, medewerker van het Juridisch Steunpunt